Als een moeder (of vader) te heftig of juist te juist zwak (soms zelfs helemaal niet) op normale spanningen van hun kind reageert, dan kan dit leiden tot posttraumatische stress bij het kind. Het kind krijgt hierdoor namelijk geen kans om op zijn of haar een natuurlijke stress-verwerkingsmechanisme te gaan vertrouwen. Het zal meestal overactief of onderactief op de dagelijkse spanningen van het leven reageren. Het leert niet goed hoe het met 'normale' stress om kan gaan.
Erg verwarrend omdat het kind ergens in zijn of haar leven met posttraumatische stress (bijv. met ernstige paniek- of woedeaanvallen, opzoeken van gevaarlijke situaties, etc.) te maken gaat krijgen zonder dat daar een aanwijsbare reden voor lijkt te zijn. Meestal is het dan één van de ouders (of zelfs grootouders) degene die in zijn of haar leven te maken heeft gehad met ernstige traumatische ervaringen. Deze ervaringen zijn vaak diep verdrongen. De ouder of grootouder wil er vaak niet meer over praten en heeft het idee dat het al verwerkt is of dat het oprakelen van deze herinneringen veel te pijnlijk zal zijn.
Ik kom in mijn praktijk bijvoorbeeld vaak mensen tegen die zeggen het gevoel te hebben dat ze seksueel zijn misbruikt. Ze weten echter heel zeker dat dit (in dit leven) niet zo is. Ze hebben ook dezelfde symptomen als slachtoffers van misbruik. In die gevallen is het goed mogelijk dat zij de symptomen laten zien die ergens in familielijn verdrongen zijn. Uiteraard kunnen ze ook een eigen ervaring verdrongen hebben.
Maar, of het nou om een eigen traumatische ervaring of een traumatische ervaring uit de familie is, die werd verdrongen. De post-traumatische stress die nu gevoeld wordt is levensecht en het is belangrijk dat deze zo snel mogelijk wordt opgevangen. Gelukkig kan transgenerationele stress, zoals de stress die je van een (voor)ouder geërfd hebt genoemd word, op vrijwel dezelfde manier opgevangen en verwerkt worden als gewone (post-traumatische) stress. De frustrerende zoektocht naar waar de stress nu precies vandaan komt, kan dus met een gerust hart even wat naar de achtergrond verschuiven. Meestal valt die ook ergens in het verwerkingsproces vanzelf wel op zijn of haar plek.
5 juli 2014
© Karin Höhle-Dikken
Erg verwarrend omdat het kind ergens in zijn of haar leven met posttraumatische stress (bijv. met ernstige paniek- of woedeaanvallen, opzoeken van gevaarlijke situaties, etc.) te maken gaat krijgen zonder dat daar een aanwijsbare reden voor lijkt te zijn. Meestal is het dan één van de ouders (of zelfs grootouders) degene die in zijn of haar leven te maken heeft gehad met ernstige traumatische ervaringen. Deze ervaringen zijn vaak diep verdrongen. De ouder of grootouder wil er vaak niet meer over praten en heeft het idee dat het al verwerkt is of dat het oprakelen van deze herinneringen veel te pijnlijk zal zijn.
Ik kom in mijn praktijk bijvoorbeeld vaak mensen tegen die zeggen het gevoel te hebben dat ze seksueel zijn misbruikt. Ze weten echter heel zeker dat dit (in dit leven) niet zo is. Ze hebben ook dezelfde symptomen als slachtoffers van misbruik. In die gevallen is het goed mogelijk dat zij de symptomen laten zien die ergens in familielijn verdrongen zijn. Uiteraard kunnen ze ook een eigen ervaring verdrongen hebben.
Maar, of het nou om een eigen traumatische ervaring of een traumatische ervaring uit de familie is, die werd verdrongen. De post-traumatische stress die nu gevoeld wordt is levensecht en het is belangrijk dat deze zo snel mogelijk wordt opgevangen. Gelukkig kan transgenerationele stress, zoals de stress die je van een (voor)ouder geërfd hebt genoemd word, op vrijwel dezelfde manier opgevangen en verwerkt worden als gewone (post-traumatische) stress. De frustrerende zoektocht naar waar de stress nu precies vandaan komt, kan dus met een gerust hart even wat naar de achtergrond verschuiven. Meestal valt die ook ergens in het verwerkingsproces vanzelf wel op zijn of haar plek.
5 juli 2014
© Karin Höhle-Dikken